#10 - Aflevering 10: Elma. De vergeten enclave

Als klein meisje zit Elma met gespitste oren stiekem te luisteren naar de verhalen van haar ouders over de oorlog. De verhalen komen regelmatig naar boven in gezelschap van familie en vrienden. Als Elma later naar de kunstacademie gaat, begint ze dieper te graven in dat oorlogsverleden. Ze verbeeldt de verhalen van haar familie in haar schilderijen en opent daarmee ook weer nieuwe deuren. Met haar kunst maakt ze de oorlog bespreekbaar en reconstrueert ze herinneringen voor degenen die het moeilijk vinden woorden te geven aan de verschrikkingen die ze hebben meegemaakt.  Elma zelf herinnert zich er niets van. Ze was nog maar een baby van 6 maanden oud, toen de VN ‘safe area’ Žepa, het stadje waar haar ouders met haar en haar broertje wonen, werd aangevallen.  Het is dan 27 juli 1995, twee weken na de val van Srebrenica. Door een combinatie van factoren, vindt er in Žepa geen herhaling van Srebrenica plaats. Hoewel alle burgers gedeporteerd worden, volgt er geen massamoord zoals in Srebrenica. Duizenden mensen worden gered van de dood. Maar Žepa is na de oorlog nooit meer geworden wat het ooit was. 

Om Podcasten

Dertig jaar geleden werd Srebrenica onder de voet gelopen door het Bosnisch-Servische leger. In vijf dagen tijd werden meer dan 8.000 mensen vermoord en duizenden gedeporteerd. Veel gevluchte Bosniërs vonden hun thuis in Nederland. De afgelopen jaren lag de focus vooral op de Nederlandse blauwhelmen die aanwezig waren bij de val van Srebrenica. Maar wie zijn de Bosnische Nederlanders die deze geschiedenis met zich meedragen? In De 11 stemmen van Srebrenica gaan journalist en Balkanexpert Marjolein Koster en genocide-deskundige en Srebrenica-overlevende Alma Mustafić op zoek naar hun verhalen. Hoe leef je verder met een oorlogsverleden in een maatschappij die jouw geschiedenis niet kent of begrijpt? En wat kunnen wij leren als we écht naar hen luisteren? Een productie van Marjolein Koster, Alma Mustafić en OVT (VPRO) voor NPO Radio 1. Mede mogelijk gemaakt o.a. door het Mondriaan Fonds en de gemeente Utrecht.